1. verbetering van het ondersteuningsaanbod voor huisartsen, met aandacht voor:
de huisarts als centrale zorgverlener en als ankerpunt voor zorgcoördinatie;
een snelle informatiedoorstroming en updating van nieuwe inzichten naar de zorgverleners, via een diversiteit aan regionale contacten;
het stimuleren van kwaliteit door (snelle, directe) feedback over (eigen) uitkomst-indicatoren.
2. samenwerking in een regionaal kader – via interdisciplinaire aanpak
ontwikkeling van interdisciplinaire teams door huisarts, regionale specialisten en andere ambulante zorgverleners samen te brengen;
ontwikkeling van regiospecifieke zorgmodellen/zorgafspraken om adequate chronische multidisciplinaire zorg te verlenen;
coördinatie van algemene en zorgspecifieke activiteiten – de zorgcoördinator is hiervoor essentieel, het is een sleutelfunctie.
3. verbetering van het ondersteuningsaanbod voor patiënten
de patiënt staat centraal, hij is partner van het preventiecentrum;
de patiënt actief betrekken bij zijn zorgproces is erg belangrijk. Dit kan gebeuren door educatie, het verlenen van toegang tot informatie en het opvolgen van eigen indicatorgegevens.
4. mobilisatie van niet-medische regionale partners
in het bijzonder paramedici, kinesisten, podologen, diëtisten, educatoren, enz.;
alle niet-medische regionale partners die betrokken zijn bij het preventiecentrum hebben een eigen specifieke rol te vervullen.
5. voldoende en ‘juiste’ (doelmatige) financiële incentives
financiële incentives voorzien voor alle belangrijke onderdelen van het preventiecentrum;
juist in de betekenis van ‘doelmatig’, financiële ondersteuning als stimulans voor het behalen van de juiste doelstellingen.
6. IT-ondersteuning voor dagelijkse zorg en voor transfer van gegevens en feedback
vergaande informatisering als basis voor een performant preventiecentrum;
administratieve vereenvoudiging in combinatie met geautomatiseerde datacollectie;
het informatiseren van gegevens betreffende patiëntendoorstroming of individuele patiëntenopvolging, van doelstellingen en indicatoren, van communicatie en informatie-uitwisseling is essentieel om het preventiecentrum te ontwikkelen en continue operationeel te houden.